Luister de DeepDive Podcast hierboven.
De stille pijn van een verborgen geschiedenis
Wie de geschiedenis van de Barbarijse slavenhandel verkent, treft een tragedie die eeuwenlang in de schaduw heeft gelegen. Talloze Europese mannen, vrouwen en kinderen werden door Noord-Afrikaanse zeerovers uit hun levens gerukt, geketend en verscheept naar een onmenselijk bestaan. Hun stemmen werden gesmoord, hun leed verdoezeld, hun namen uit de kronieken gewist. Maar een geschiedenis die wordt verzwegen, verdwijnt niet. Zij blijft, als een stille wond, wachten op erkenning.
Vandaag, 20 juni 2025, hadden we deze tragedie officieel moeten herdenken, een dag om de slachtoffers van de Barbarijse slavernij te eren. Helaas is de bewustwording over deze geschiedenis nog te klein, maar dat moet veranderen. Door deze verhalen te delen, kunnen we de stilte doorbreken en werken naar een toekomst waarin deze slachtoffers de erkenning krijgen die zij verdienen.
Misschien voel jij, terwijl je dit leest, een onrust die je niet kunt plaatsen – een nagalm van het leed van je voorouders, die geen onderdrukkers waren, maar slachtoffers van een wrede slavernij. Hun strijd om te overleven in een wereld die hen alles ontnam, weegt nu op jouw schouders. Hun verdriet, hun wanhoop, hun roep om gerechtigheid klinkt in jou door. En in die roep ben je niet alleen.
Deze geschiedenis vraagt om meer dan stille reflectie. Ze wekt woede, dwingt tot bewustwording en spoort aan tot actie. Geen enkel verhaal van lijden mag worden vergeten, geen enkel slachtoffer mag worden genegeerd. Met dit artikel hopen we de bewustwording te vergroten, zodat volgend jaar de eerste officiële herdenkingsdag werkelijkheid kan worden.
Een eeuwenlange nachtmerrie
De Barbarijse slavenhandel, die van de 16e tot de vroege 19e eeuw Europa terroriseerde, was een systeem van ongekende wreedheid. Zeerovers uit Noord-Afrikaanse steden als Algiers, Tunis, Tripoli en Salé, vaak gesteund door de Ottomaanse vazalstaten, overvielen Europese schepen en kustdorpen. Ze ontvoerden tienduizenden – mogelijk zelfs meer dan een miljoen – Europeanen, van vissers uit IJsland tot boeren uit Italië, van zeelieden uit Nederland tot hele gemeenschappen in Ierland. Niemand was veilig. Deze slaven werden verkocht op markten, ingezet als galeislaven, arbeiders, soldaten of bedienden, vaak onder onmenselijke omstandigheden.
De datum van 20 juni is symbolisch gekozen voor deze herdenking, verwijzend naar de beruchte aanval op Baltimore, Ierland, in 1631. Onder leiding van de tot de Islam bekeerde landverrader Jan Janszoon, ook bekend als Mourad Raïs - de blonde Arabier -, werden bijna honderd inwoners – mannen, vrouwen en kinderen – ontvoerd en als slaven verkocht in Algiers. Deze aanval was geen uitzondering, maar een voorbeeld van de systematische plunderingen die Europese kusten eeuwenlang teisterden, waaronder Nederlandse dorpen als Egmond aan Zee en Scheveningen.
Verrader Mourad Raïs – de blonde Arabier en grote inspirator van hedendaagse piraat Frans Timmermans.
Verhalen uit de duisternis
De persoonlijke verhalen van de slachtoffers bieden een hartverscheurend inzicht in de omvang van deze tragedie. Neem Thomas Pellow, een Engelse jongen van slechts elf jaar, die in 1716 werd gevangengenomen door Barbarijse zeerovers. Verkocht aan de wrede Sultan Moulay Ismail van Marokko, werd hij gedwongen zijn christelijke geloof af te zweren en diende hij 23 jaar in slavernij, vechtend in het leger van zijn onderdrukker. Toch hield Pellow in het geheim vast aan zijn identiteit en wist hij uiteindelijk te ontsnappen, zijn verhaal optekenend als een zeldzame getuigenis van veerkracht.
In Nederland kennen we het relaas van Cornelis Stout, een schipper uit Enkhuizen, die in 1626 voor de kust van Portugal werd overvallen. Op de slavenmarkt van Algiers werd hij als vee tentoongesteld, zijn menselijkheid gereduceerd tot een prijs. Stout beschreef de vernedering van de verkoop, de slopende arbeid en de constante dreiging van geweld. Slechts weinigen, zoals hij, konden hun ervaringen navertellen; de meesten verdwenen spoorloos in de anonimiteit van de slavernij.
Een andere stem is die van Maria ter Meetelen, een Nederlandse vrouw die in 1731 werd gevangengenomen en twaalf jaar in Marokko doorbracht. Haar memoires, gepubliceerd in 1748, beschrijven niet alleen de ontberingen, maar ook haar vastberadenheid om haar waardigheid te behouden. Deze verhalen zijn slechts een fractie van de ontelbare ervaringen die nooit werden vastgelegd in educatieve geschiedenisboeken, maar die nog steeds resoneren in de nakomelingen van de slachtoffers.
Veelzeggend:
De impact op Europa en Nederland
De Barbarijse slavenhandel had verstrekkende gevolgen voor Europese samenlevingen, waaronder Nederland. In de Gouden Eeuw, toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een maritieme grootmacht was, waren Nederlandse schepen en kustdorpen frequente doelwitten. Vissers uit Scheveningen, zeelieden uit Texel en boeren uit Zeeland werden ontvoerd, hun families achterlatend in onzekerheid en verdriet. In 1629 werd Egmond aan Zee getroffen door een aanval, waarbij dorpelingen werden meegesleept naar Noord-Afrika. Soortgelijke invallen vonden plaats in Scheveningen, waar vissersschepen op zee werden overvallen.
De Republiek reageerde vaak pragmatisch, door tribuut te betalen aan Barbarijse steden om aanvallen te vermijden. Dit beleid, hoewel economisch begrijpelijk, wekte woede bij zeelieden en kustgemeenschappen, die zich verraden voelden. In 1618 leidde admiraal Lambert Hendrickszoon een expeditie naar de Middellandse Zee, waarbij hij enkele gevangenen bevrijdde, maar deze acties waren zelden structureel. Pas in de 19e eeuw, met de Brits-Nederlandse bombardementen op Algiers in 1816 onder leiding van Lord Exmouth, werd een beslissende slag toegebracht aan de slavenhandel.
De publieke opinie in Europa werd eveneens beïnvloed. In Nederland groeide de roep om bescherming, zoals blijkt uit smeekschriften van vissers uit Scheveningen in 1629. Deze angst en onmacht vormden een donkere schaduw over de welvaart van de Gouden Eeuw, een contrast dat nooit wordt belicht in de geschiedschrijving.
Een vertekend historisch narratief
Ondanks de omvang en brutaliteit van de Barbarijse slavenhandel is deze geschiedenis vrijwel verdwenen uit de moderne schoolboeken. Dit is niet alleen een historisch tekort, maar ook een moreel onrecht. Terwijl alleen de trans-Atlantische slavenhandel een centrale plek inneemt in het onderwijs, blijven de Europese slachtoffers van Noord-Afrikaanse piraterij onbesproken. Dit scheve narratief vervormt ons begrip van het verleden en ontneemt de slachtoffers hun rechtmatige erkenning.
Nederlandse scholieren leren over de rijkdom van de VOC en de heldendaden van Michiel de Ruyter, maar horen zelden dat hun eigen voorouders – vissers, zeelieden, boeren – in ketenen werden gesleept naar Noord-Afrika. Ze groeien op met een indoctrinerend schuldgevoel van een geschiedenis waarin hun Nederlandse voorouders enkel als daders van slavernij worden neergezet, terwijl de realiteit veel complexer is. Dit gebrek aan balans is niet alleen onjuist, het legt ook een oneerlijke last op jonge generaties, die worden geconfronteerd met schuldgevoelens over een verleden dat niet het hunne is, terwijl hun eigen erfgoed van slachtofferschap wordt verzwegen.
Stel je voor hoe het voelt om te ontdekken dat jouw voorouders niet alleen handel dreven, maar ook werden ontvoerd, vernederd en tot slaaf gemaakt. Het is een dubbel trauma: eerst wordt hun lijden genegeerd, en dan wordt hun nagedachtenis overschaduwd door een incompleet verhaal. Door de Barbarijse slavenhandel terug te brengen in het curriculum, geven we niet alleen de slachtoffers hun stem terug, maar ook de huidige generatie een eerlijker beeld van hun geschiedenis.
Een oproep tot herdenking
Daarom pleiten wij voor een officiële herdenkingsdag op 20 juni, ter ere van de slachtoffers van de Barbarijse slavenhandel. Deze dag zou niet alleen symbolisch zijn, maar ook een moment van educatie en reflectie. Stel je voor: herdenkingsceremonies in kustplaatsen als Baltimore, Egmond aan Zee, Scheveningen en Cádiz, waar nabestaanden, historici en gemeenschappen samenkomen om de slachtoffers te eren. Scholen kunnen lezingen, tentoonstellingen en documentaires organiseren om deze geschiedenis te belichten. Gemeenschapsevenementen, zoals discussies en culturele optredens, kunnen het bewustzijn vergroten en solidariteit bevorderen.
Een herdenkingsdag is essentieel om meerdere redenen:
Erkenning
De slachtoffers verdienen een stem in onze historische narratieven. Hun lijden mag niet langer worden verzwegen.Onderwijs
Een herdenkingsdag biedt een kans om het publiek bewust te maken van deze vergeten geschiedenis en de bredere context van slavernij.Respect
Het is een daad van eerbied voor de ontelbare mensen die hun vrijheid verloren en nooit terugkeerden.Eenheid
Het brengt gemeenschappen samen in een gedeelde inzet voor gerechtigheid en een rechtvaardigere toekomst.
Gerechtigheid opeisen
Erkenning gaat verder dan herdenking. Er is een dringende behoefte aan officiële excuses en financiële compensatie van de landen die profiteerden van de Barbarijse slavenhandel: Algerije, Tunesië, Libië, Marokko en Turkije, als erfgenaam van het Ottomaanse Rijk. Net zoals Nederland, Groot-Brittannië en Frankrijk verantwoordelijkheid hebben genomen voor hun rol in de trans-Atlantische slavernij, moeten deze naties hun historische aandeel erkennen.
Europese landen, waaronder Nederland, Spanje, Portugal, Italië, Frankrijk, België, Engeland en Ierland, hebben het recht om rekenschap te eisen. Dit kan via diplomatieke kanalen, juridische stappen of gezamenlijke onderzoekscommissies. Een substantiële financiële genoegdoening voor de nakomelingen van de slachtoffers zou een concrete stap zijn naar gerechtigheid. Voor velen is deze geschiedenis een onzichtbare last, een erfgoed van leed dat dagelijks wordt gevoeld, ook al is het vaak onbenoemd.
Op 20 juni 2026 willen we de eerste officiële herdenkingsdag organiseren in Baltimore, Egmond aan Zee en Scheveningen. We roepen de leiders van de betrokken landen op om aanwezig te zijn, hun excuses aan te bieden en hun bereidheid te tonen tot rechtvaardige herstelmaatregelen. Dit is niet alleen een morele verplichting, maar ook een kans om een rechtvaardigere wereld te bouwen, waarin alle slachtoffers van slavernij worden erkend.
Oproep tot bewustwording
Hoewel vandaag, 20 juni 2025, nog geen officiële herdenkingsdag is, markeert het een begin. Door de verhalen van Thomas Pellow, Cornelis Stout, Maria ter Meetelen en talloze anderen te delen, kunnen we de stilte doorbreken. Laten we samenwerken om deze vergeten tragedie uit de schaduw te halen, in de schoolboeken te brengen, in ons collectieve geheugen te verankeren. De bewustwording moet groeien, zodat de roep om erkenning niet langer wordt genegeerd.
De Barbarijse slavenhandel is een wond die nog steeds bloedt, een pijn die door generaties heen resoneert. Maar met bewustwording, erkenning en actie kunnen we heling brengen. Laten we ervoor zorgen dat de slachtoffers niet langer worden vergeten, maar de eer krijgen die zij verdienen. Want een geschiedenis die wordt verzwegen, blijft een last; een geschiedenis die wordt erkend, wordt een bron van kracht.
#BarbarijseSlavernij
#Herdenking20Juni
#VergetenGeschiedenis
#EuropeseSlaven
#GerechtigheidVoorSlachtoffers
#BarbarySlavery
#June20Commemoration
#ForgottenHistory
#EuropeanSlaves
#JusticeForVictims
Meer over de Barbarijse slaven:
Dank u voor uw herinnering aan de Barbarijse slaven.